Geschiedenis van het fonds

 

Cees Kossen was tuinder en gespecialiseerd in het telen van verschillende soorten witte koolzaad.
Zijn pet was hem dierbaar, die droeg hij altijd en overal. Hij trouwde niet, hij had Neeltje, zijn huishoudster met wie hij lief en leed deelde. Cees had een zachtaardig karakter. Toen de paarden van Jan de Goede tijdens de schaft hadden rondgebanjerd tussen de jonge koolplanten op het land van Cees, maakte Jan zich daarover drukker dan Cees. Die zette wat koolplanten recht en zei geruststellend: “Noh Jan, die groeien wel weer.” Na zijn dood in 1962 schonk Cees Kossen zijn hele bezit aan de Pancrasser gemeenschap.

Omdat zijn vader en grootvader ook Dirk Leijen heetten, noemde de dorpsbewoners de jonge Dirk Tobias. Na de dood van zijn vader zette Dirk het tuindersbedrijf aan de Benedenweg voort, maar de echte passie voor het vak bleef uit. Gelukkig was er de muziek; veertig jaar lang speelde hij trompet bij muziekvereniging Irene. De verloofde van Dirk verongelukte tijdens een storm. Misschien daardoor bleef Dirk wat op zichzelf. Het was een grote man, die zich graag in een lange tweedjas op zijn brommer verplaatste. ‘Een grote man,’ typeert een bekende hem, ‘met een klein hartje.’ Dat blijkt wel uit het feit, dat Dirk ‘Tobias’ Leijen na zijn overlijden in 1975 zijn erfenis beschikbaar stelde aan zijn eigen dorpsgenoten, die in financiële nood zaten.

 
 

Gré van Graft-Vet was enig kind en werkte voor haar trouwen bij gezinnen waar de moeder tijdelijk ontbrak. Ze trouwde met Jan van Graft en samen begonnen ze een schildersbedrijf met Gré als verkoopster in het schilderswinkel. Ze kregen geen kinderen. Ze werkten hard, leefden zuinig en het schildersbedrijf floreerde. Een keer in het jaar gingen Gré en haar echtgenoot op sjiek. Dan kwamen hun mooiste kleren uit de kast en boekten zij een luxe hotel. Ze was een bescheiden vrouw. In 1996 werd haar nalatenschap toegevoegd aan het fonds.

In 2012, ter gelegenheid van het 50-jarig bestaan van het Kossen-Leijen Fonds, is een jubileumboekje uitgegeven.
Het nostalgisch boekwerk is destijds gratis huis-aan-huis in Sint Pancras verspreid.
 
 

Gerard Kalfsvel werd in Amsterdam geboren en verhuisde in 1973 met zijn ouders naar Sint Pancras.
In zijn jeugd is hij eenzijdig verlamd geraakt.
Zijn ouders hebben veel gedaan om Gerard, ondanks zijn handicap, zoveel mogelijk een normale plek in de maatschappij te geven.
In Sint Pancras was hij bekend door zijn vervoermiddel, de driewielfiets. Van verkeersregels trok hij zich weinig aan. Door zijn handicap zat hij scheef op de fiets; de Bovenweg had nogal een rond profiel, hij was bang om te vallen en koos daarom maar voor het midden van de weg.

In 2023 is een deel van de nalatenschap van de heer G.F. (Gerard) Kalfsvel toegevoegd aan het Kossen-Leijen Fonds.